De fauna in het gebied gaat samen met de verscheidenheid en het niveau van instandhouding van de vegetatie, en ook voor een groot deel met de unieke reliëfvormen.

De meest in het oog springende faunagroep zijn de roofvogels, met belangrijke broedpopulaties van lammergieren, aasgieren, vale gieren, steenarenden, havikarenden, slechtvalken, oehoes en alpenkraaien.

Zwarte spechten, slangenarenden, dwergarenden, wespendieven en nachtzwaluwen behoren tot de bosvogels.

Wat de zoogdieren betreft, springen de everzwijnen, reeën en kleine roofdieren, zoals marters, genetkatten en dassen in het oog. Er zijn ook herten, damherten en moeflons, geïntroduceerde soorten groot wild die het oorspronkelijke gebied hebben gekoloniseerd en verwilderde geiten.

De reptielen en amfibieën van bijzonder belang zijn de esculaapslang, de aspisadder, de pyreneeënbeeksalamander, een endemische soort.

Onder de vissen vind je er forellen en de barbus haasi (karpers).

En tenslotte kun je er ongewervelde dieren zien, zoals de rivierkreeft en talrijke soorten dagvlinders.